29 oktober 2024
Is jouw website toegankelijk? Binnenkort is het verplicht!
- Diversiteit
Zal Oeganda’s krachtige zet de textielindustrie nieuw leven inblazen?
Yoweri Museveni, president van Oeganda heeft stappen ondernomen om de toestroom van geïmporteerde gebruikte kleding een halt toe te roepen. Deze ban is bedoeld om de sociale en milieu-impact van de instroom van gebruikte kleding tegen te gaan en de Oegandese katoen- en textielindustrie nieuw leven in te blazen.
De toenemende aandacht voor ‘afvalkolonialisme’ in de media kan leiden tot een herziening van de internationale handelsrelaties tussen het Noorden en het Zuiden, vooral met betrekking tot de handel in tweedehands kleding. De baanbrekende richtlijn van Oeganda, gepland voor implementatie op 1 september, is een strategische stap om de langdurige problemen in de Oegandese katoen- en textielindustrie aan te pakken en deze sectoren nieuw leven in te blazen.
Katoen, traditioneel een belangrijk geldgewas in Oeganda, werd in 1903 door de Britse koloniale overheid geïntroduceerd. Het is een cruciaal exportproduct en een lokale grondstof. Ondanks de zware controle in het verleden, is er in Oeganda zelf weinig consumptie van katoen. Landen in Sub-Sahara Afrika, inclusief Oeganda, exporteren meer dan 90% van hun geproduceerde ruwe katoen. Hierdoor bestaan uitgebreide katoen-naar-textiel waardeketens in Afrika nauwelijks. De tweedehands kledingmarkt overheerst de lokale consumptie, waardoor het voor lokale ontwerpers en ambachtslieden lastig is om te concurreren met de lage prijzen van geïmporteerde tweedehands kleding. Volgens een rapport van de Verenigde Naties Conferentie over Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) heeft de Oegandese textielindustrie moeite om te bloeien naast de overvloed aan tweedehands kleding in het land.
"De fabrieken draaien niet op volle capaciteit door de hoge productiekosten en de zwakke vraag naar lokaal geproduceerde stoffen en kleding, wat verergerd wordt door de concurrentie van goedkopere importproducten en tweedehands kleding." United Nations on Conference and Trade (UNCTAD)
Al decennia lang wordt Oeganda, samen met andere Oost-Afrikaanse landen, overspoeld met tweedehands kleding uit het Noorden. Deze constante stroom heeft onbedoeld de lokale textielindustrie geschaad. De goedkope, toegankelijke kleding heeft onverwachte negatieve effecten gehad, en de focus op betaalbare mode heeft geleid tot complexe economische en ontwikkelingsvraagstukken.
President Museveni’s standpunt weerspiegelt een langdurig debat, waarbij wereldwijd engagement en activisme betrokken zijn. Zijn beslissing biedt hoop op het benutten van ongebruikt potentieel en het heroveren van de textielindustrie, die decennialang onderdrukt en inactief is geweest.
Wetgeving als Drijfveer voor Verandering
De “Buy Uganda Build Uganda”-richtlijn vormt de kern van een beleid gericht op het stimuleren van binnenlandse productie, met als doel zelfvoorziening en economische groei. President Museveni heeft zich sterk uitgesproken tegen de invoer van tweedehands kleding: “Ik heb de oorlog verklaard aan tweedehands kleding”, om zo de Afrikaanse textielindustrie en de lokale mode te bevorderen. Hij ziet een toekomst waarin Oeganda’s textieltradities herleven, met lokaal opgeleide arbeiders die lokale grondstoffen verwerken tot hoogwaardige stoffen.
Deze beleidskeuze roept echter ook controverses op. Hoewel het doel van zelfvoorziening lovenswaardig is, staan sommigen kritisch tegenover deze verandering. De tweedehands kledingindustrie in Oeganda biedt werk aan miljoenen en draagt significant bij aan de staatskas. De economische afhankelijkheid van veel mensen van deze markt roept vragen op: Hoe kan de visie van de president worden verenigd met de economische realiteit en het levensonderhoud van de bevolking?
De recente beslissing van Oeganda brengt belangrijke vragen naar voren over de wereldwijde dynamiek van de mode-industrie. De aanhoudende stroom van westerse kleding naar Afrika belicht de complexe relaties binnen de globalisering en de economische belangen. Het feit dat meer dan 70% van wereldwijd gedoneerde kleding in Afrika terechtkomt, werpt een schaduw over de kwaliteit en milieueffecten van deze kleding, zoals ook blijkt uit een Greenpeace-rapport.
Dit complexe samenspel van economie, cultuur en milieu-impact vormt de uitdaging waar de nieuwe Oegandese richtlijn zich op richt. Oeganda heeft al eerder pogingen ondernomen om de invoer van tweedehands kleding te verbieden, in 2016 en 2020, maar deze plannen werden ingetrokken door dreiging van Amerikaanse sancties. Dit roept de vraag op over beslissingsbevoegdheid: Wie bepaalt of Oeganda tweedehandskleding importeert – Oeganda zelf of externe invloeden zoals de VS?
President Museveni prijst de Chinese investeringen in Afrika en overweegt de heropleving van de Oegandese textielindustrie. Deze ontwikkeling, die nieuwe fabrieken en banen voor de werkloze jeugd belooft, zou een revolutie kunnen betekenen. Echter, er heerst debat en bezorgdheid over de juiste aanpak. Sommige deskundigen adviseren een geleidelijke groei van de textielindustrie, met nadruk op het uitbreiden van de productiecapaciteit vóór het afstappen van de tweedehands kledingsector.
Oeganda staat op een kruispunt tussen traditie en modernisering, tussen economisch realisme en nationale ambities. De plannen van de president kunnen een ingrijpende verandering teweegbrengen in de Oegandese maatschappij. Dit zou een nieuw hoofdstuk kunnen zijn in de geschiedenis van textiel en katoen, een geschiedenis die tot nu toe gekenmerkt werd door afhankelijkheid en onderwerping. De tijd zal leren of deze beweging zich zal ontwikkelen tot een opvallende casestudy over de invloed van wetgeving op de revitalisering van een nationale industrie.
29 oktober 2024
28 oktober 2024
14 oktober 2024