18 oktober 2024
Onze favoriete alternatieven voor wol
- COSH! Leden Publiciteit
- Productie
Zachte wol, harde cijfers
Wol is een geliefd materiaal, een textiel met tijdloze allure en ongeëvenaarde voordelen. Al eeuwenlang houden mensen zich bezig met de aloude traditie van het scheren van schapen en verzamelen van wol. Deze gewoonte biedt aanzienlijke milieuvoordelen en bevordert een respectvolle band met de gekweekte dieren. Door zijn intrinsieke kwaliteiten is wol een veelgebruikte stof voor comfort en stijl. Wol is altijd veelzijdig en biedt warmte tijdens koude dagen en luchtige luxe in de zomer. De aantrekkingskracht van wol is universeel: het is de meest gebruikte dierlijke vezel en vertegenwoordigt 1,2% van alle textielvezels ter wereld.
Er wordt vaak gezegd dat wol een aanzienlijke impact heeft op het milieu. Bronnen zoals de Higg Index veronderstellen zelfs dat wol aanzienlijk bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Waarom heeft wol zo een immense ecologische voetafdruk?
Schapen houden, wat onlosmakelijk verbonden is met de wolproductie, vereist uitgestrekte weiden om de dieren voldoende ruimte te geven om te grazen. Dit aspect heeft een aanzienlijke invloed op het wereldwijde landgebruik. Volgens het Britse Ministerie voor Milieu, Voedsel en Landbouw is er naar schatting 2000 hectare land nodig voor de productie van één ton wol – een schril contrast met de slechts 1,3 hectare die nodig is voor een vergelijkbare hoeveelheid katoen. De relatief grotere behoefte aan landbouwgrond wordt dan ook steeds opmerkelijker in een wereld waarin landbouwgrond steeds schaarser wordt.
Tegelijkertijd bieden holistische en extensieve begrazingen een heleboel voordelen voor het milieu. Die zijn zowel direct als verstrekkend . Bij verantwoord beheer kan begrazing de gezondheid van de bodem verbeteren door het bevorderen van beluchting en nutriëntencyclus. In Duitsland wordt van schapen gezegd dat ze “de gouden stap” hebben, waardoor de vruchtbaarheid van de bodem wordt bevorderd en het vermogen om koolstof op te slaan wordt vergroot, waardoor de uitstoot van broeikasgassen wordt gecompenseerd. Bovendien draagt gecontroleerde begrazing bij aan een grotere biodiversiteit, doordat wordt voorkomen dat één enkele plantensoort het landschap domineert en er een gevarieerder ecosysteem kan floreren. Deze holistische benadering van landbeheer kan ook helpen om invasieve soorten onder controle te houden en het risico op bosbranden te verminderen door de vegetatie onder controle te houden. In wezen is duurzame begrazing met schapen een milieubewuste praktijk die landbouwproductiviteit in harmonie brengt met ecologisch welzijn.
Wat landgebruik betreft, zijn de pastorale landschappen waar schapen grazen vaak ongeschikt voor andere landbouwactiviteiten, waardoor wolproductie een natuurlijk gebruik van deze ruimten is. Nu we een tijdperk ingaan met meer aandacht voor het efficiënte gebruik van grondstoffen, is het essentieel om herderschap te promoten als een symbiose van milieuherstel en waardevolle inkomsten voor lokale gemeenschappen. Een onderzoek dat in 2022 werd gepubliceerd en uitgevoerd in Spaans Baskenland toonde aan dat “de voordelen van extensieve begrazing met melkschapen in het onderzoeksgebied de productie van gezond voedsel van hoge kwaliteit en meerdere ecologische voordelen, waaronder behoud van biodiversiteit, omvatten. “Extensieve begrazing met melkschapen draagt bij aan plattelandsontwikkeling door werkgelegenheid en inkomen te genereren op marginale gronden met een lage productiviteit die weinig economische alternatieven kunnen bieden.” (Bron: Agronomy for Sustainable Development).
Een multifunctionele aanpak waarbij het houden van schapen voor zuivel én wol wordt gecombineerd, optimaliseert het gebruik van grondstoffen en vermindert tegelijkertijd de totale ecologische voetafdruk.
Hoewel schapen, geiten en alpaca’s bekend staan om hun uitstoot van methaan, een krachtig broeikasgas, is het goed om te weten dat dit deel uitmaakt van een complexe ecologische vergelijking. Gemiddeld stoot een schaap dagelijks ongeveer 25 liter methaan uit. In Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld is de schapenpopulatie verantwoordelijk voor 80% van de methaanuitstoot van het land. Toch is het belangrijk om te onthouden dat de impact van methaan, hoewel 28 keer sterker dan die van CO2 als het gaat om het broeikaseffect, wordt verzacht door het feit dat CO2 in veel grotere hoeveelheden wordt geproduceerd. Ter verduidelijking: methaan is een krachtiger broeikasgas dan koolstofdioxide (CO2) – het vermogen om warmte vast te houden in de atmosfeer is 28 keer groter dan dat van CO2. De totale hoeveelheid CO2 die vrijkomt in de atmosfeer is echter veel groter dan de hoeveelheid methaan. Vanwege dit grotere volume vormt CO2 nog steeds een grotere bedreiging voor de opwarming van de aarde, ook al is methaan molecuul voor molecuul effectiever in het vasthouden van warmte.
Verder stoot dierlijke mest stikstofoxide uit, dat tot 298 keer krachtiger is dan CO2. Innovaties op het gebied van diervoeding en stimulansen voor duurzame landbouwpraktijken die een evenwicht vinden tussen landbouwproductiviteit en milieubeheer kunnen deze uitstoot echter drastisch verminderen.
Om het wol te kunnen verwerken tot textiel, moet het eerst gereinigd worden met chemicaliën. Zo wordt vuil en mogelijke ziektes verwijderd. Ontwikkelingen in wolreinigingsprocessen verminderen de afhankelijkheid van chemicaliën. Bij schapenrassen zoals Merino, geldt het principe van less is more: het bleken dat nodig is, is miniem, wat resulteert in een lagere impact op het milieu in vergelijking met andere dierlijke vezels zoals alpaca.
Alpacawol vereist een ingrijpendere chemische kuur voor het schoonmaken. De behandeling van alpaca wol zorgt voor een chemische lozing in het water dat mogelijk veertien keer groter is dan die van conventionele schapenwol. De continue vooruitgang in duurzame praktijken op een schaalbaar niveau geeft echter aan dat milieuvriendelijke productieprocessen realistische alternatieven zijn.
Circulaire innovaties in waterrecycling systemen resulteren in een indrukwekkende vermindering van afvalwater, waarbij gebruikt water wordt opgevangen voor filtering en vervolgens hergebruikt. Daarnaast vervangen detergenten op plantaardige basis en enzymatische reinigingsmiddelen agressieve chemicaliën in industriële omgevingen, waardoor reinigingsprocessen zowel effectief als milieuvriendelijker zijn.
Er is verder onderzoek gewijd aan “groene chemie”, waarbij de nadruk ligt op reinigingsmiddelen die gemakkelijk biologisch afbreekbaar zijn. Succesvolle onderzoeken hebben superkritische CO2 toegepast als een waterloos reinigingsproces, waarbij het energieverbruik wordt verminderd en giftig afvalwater wordt vermeden.
Alternatieve methoden waarbij chemicaliën worden vermeden, zoals ultrasone reiniging, waarbij geluidsgolven worden gebruikt om onzuiverheden te verwijderen, worden steeds vaker onderzocht als duurzamere vervangers voor traditionele, chemisch-intensieve processen.
Deze technologische sprongen zouden ten goede kunnen komen aan wol zoals alpaca, dat traditioneel meer chemische behandeling nodig heeft.
Wol is niet het meest diervriendelijke product. In het algemeen is wol, vooral de zachte merino soort uit Australië en Nieuw-Zeeland, zeer geliefd in westerse landen. De productie ervan kwam echter onder vuur te liggen door verschillende schandalen die suboptimale omstandigheden voor de betrokken schapen aan het licht brachten. Veel consumenten moeten zich nog bewust worden van de ethische bezwaren die verbonden zijn aan de productie ervan.
Merinoschapen zijn gefokt om hun huidoppervlak te vergroten voor een maximale wolproductie. Helaas maakt dit ze vatbaarder voor huidmadenziekte (Myiasis)- een aandoening waarbij parasitaire larven de warme huidplooien aantasten. Huidmadenziekte is een stille moordenaar, vaak onherkenbaar totdat een individueel dier bijna dood is. De ziekte is vooral problematisch in subtropische en gematigde klimaatzones in plaatsen zoals Australië en Nieuw-Zeeland. Om dit tegen te gaan, nemen sommige boeren hun toevlucht tot de controversiële praktijk van het mulesing, waarbij delen van de huid van het schaap zonder verdoving worden verwijderd om de larven af te schrikken.
Mulesing is een pijnlijke maar beschermende maatregel voor schapen, die onwillekeurig is ontstaan door extensief fokken en grootschalig kuddebeheer. In Australië telt de gemiddelde schaapskudde ongeveer 2500 dieren. Kleinere, beter beheerde kuddes bevorderen dus de humane omstandigheden voor elk dier en zouden mulesing overbodig maken. De drang naar goedkope wol zorgt er echter vaak voor dat individuele boeren onder financiële druk komen te staan, waardoor het invoeren van meer barmhartige praktijken een uitdaging wordt.
Een humaner maar arbeidsintensiever alternatief voor het gebruik van mulesing bestaat uit regelmatige inspecties van de vacht en de toepassing van insecticiden. Een dergelijke aanpak vereist automatisch meer arbeidskrachten, waardoor het onpraktisch is voor grootschalige of industriële schapenboerderijen. Het grootste deel van de wol die gebruikt wordt in kleding is afkomstig uit Nieuw-Zeeland en Australië, waar ongeveer 70 miljoen schapen verspreid zijn over een ruim aantal boerderijen. De beperkte arbeidskrachten weerhouden boeren ervan om voor deze diervriendelijkere techniek te kiezen.
Hoewel biologische landbouw niet automatisch dierenwelzijn garandeert, biedt het wel voordelen ten opzichte van conventionele methoden. In een biologische omgeving worden schapen gevoed met biologisch voer en genieten ze van ruimere leefomstandigheden dankzij de opgelegde quota voor bezettingsdichtheid van dieren. Biologische landbouw staat dus voor een gewetensvolle benadering van dierenwelzijn dan geïndustrialiseerde veeteelt.
In essentie is een kleinschalige, arbeidsintensieve en multifunctionele herderbenadering, inclusief zuivel, vlees, wol en landschapsbehoud, de meest holistische benadering van schapenhouderij. Helaas is in onze huidige, door winst gedreven geglobaliseerde structuren een dergelijke aanpak een buitengewone uitdaging als het gaat om schaalbaarheid.
Ondanks een recente daling in de wereldwijde productie van wol, gedreven door bezorgdheden over de winstgevendheid ervan en een race tussen de vele concurrenten naar de bodem, is er bemoedigend nieuws: duurzame alternatieven winnen marktaandeel. Deze positieve trend duidt op een groeiende betrokkenheid bij meer verantwoorde methoden om wol te produceren..
De RWS biedt een lijst met criteria waaraan ingekochte wol moet voldoen om het dierenwelzijn te kunnen garanderen. Kledingmerk Patagonia startte de RWS-certificering na verschillende schandalen die PETA onthulde over een Argentijnse schapenboerderij. Tegenwoordig hebben andere grote merken zoals H&M en C&A zich ook aangesloten bij het initiatief.
In 2023 werd het Responsible Wool Standard (RWS) label gebruikt voor wolproducten van 354 gecertificeerde boerderijen in zes landen. Zuid-Afrika was koploper met 150 boerderijen, gevolgd door Uruguay met 80, Argentinië met 50, Australië met 45, Nieuw-Zeeland met 10 en de Verenigde Staten met één boerderij. Hoewel dit bemoedigend is, is het vernoemenswaardig dat RWS-gecertificeerde wol momenteel minder dan 2% van de totale wereldwijde wolproductie uitmaakt.
Na de opstart van RWS voor wol in 2016 zijn er verschillende andere gerelateerde initiatieven bijgekomen: zo ontstond er in 2019 het Responsible Mohair Standard (RMS) (Verantwoorde Mohair Norm) en Responsible Cashmere Round Table (RCRT) (Verantwoorde Kasjmier Rondetafel). Dit om het dierenwelzijn bij de angorageiten en kasjmiergeiten te kunnen garanderen. In Mongolië is vandaag 5% van alle kasjmier duurzaam gecertificeerd. Een stap in de goede richting.
In Nieuw-Zeelandse vind je het QZ label, dat vergelijkbaar met de Responsible Wool Standard.. Ook dit certificaat heeft een lijst van maatregelen om een duurzame en diervriendelijke wolproductie te kunnen garanderen. Het QZ label omvat 1% van de totale wolproductie wereldwijd, een hoeveelheid vergelijkbaar met het RWS.
In de afgelopen 2 jaar investeerde het QZ label 2 miljoen Nieuw-Zeelandse Dollar in onderzoek en ontwikkeling. Dit is een belangrijke stap voorwaarts, zeker wanneer je weet dat het merendeel van de massaproductie van schapenwol, naast Australië, uit Nieuw-Zeeland komt.
Ondanks de opkomst van milieuvriendelijke certification zoals die hierboven genoemd, maakt de complexiteit van de huidige lange toeleveringsketens, die worden gedomineerd door talloze tussenpersonen, het een uitdaging om de ethische productie en traceerbaarheid van de wol in een kledingstuk volledig te garanderen.
Bovendien bestaat er bezorgdheid over de toegankelijkheid van deze certificeringen voor kleinere merken en schapenboeren die wellicht niet over de financiële middelen beschikken voor certificering, ondanks het feit dat ze ethisch verantwoord met dieren omgaan. Hoewel keurmerken een stap voorwaarts zijn, zijn ze geen wondermiddel voor dierenwelzijn.
Een robuustere oplossing zou kunnen bestaan uit het vereenvoudigen van toeleveringsketens, het verminderen van het aantal tussenpersonen en het bevorderen van directe relaties met wolboeren om de transparantie binnen de industrie te vergroten.
Did you know there are several other types of wool besides classic sheep’s wool? One standout is
Wist je dat er naast schapenwol nog verschillende andere soorten wol bestaan? Een van de meest opvallende is Merinowol, afkomstig van het merino schapenras. Deze wol wordt vooral gekoesterd om zijn ultrafijne vezels, die resulteren in uitzonderlijk zachte kledingstukken. Over het algemeen geldt: hoe fijner de vezels, hoe zachter het eindproduct.
De prijs van merinowol ligt wel iets hoger. Door de fijnere vezels heeft de wol meer tijd nodig om te groeien dan die van andere schapenrassen. Bovendien zijn er meer vezels nodig om hetzelfde kledingstuk te maken. Ook vereist de ingewikkelde aard van stoffen zoals Merinowol een arbeidsintensiever productieproces.
Deze wol komt van de Shetland-eilanden ten noorden van Schotland en staat bekend om zijn fijne, zachte en lichte eigenschappen. Het wordt vaak gebruikt in Fair Isle breiwerk.
Icelandic wool is a coarse, dual-coated wool offering excellent water and wind resistance. It’s often used in heavy outer garments.
Deze luxueuze vezel is niet afkomstig van schapen, maar van geiten! De geiten leven voornamelijk in Mongolië, China, India en Pakistan. Ze hebben een zachte ondervacht, die ze één keer per jaar verliezen. In vergelijking met andere dieren is de opbrengst per geit bijzonder laag. De ondervacht weegt slechts 100 g, veel minder in vergelijking met een gemiddeld schaap dat op een jaar 2.5 kg wol kan produceren, of een alpaca die tot 4 kg wol produceert. Kasjmier is dus een uniek product, dat zich ook zal vertalen in de prijs.
Net als kasjmier is mohair afkomstig van geiten. In het geval van Mohair is dit de angorageit, niet te verwarren met de angorakonijnen. De meerderheid van al het mohair wereldwijd wordt geproduceerd in Zuid-Afrika. Voor mohairwol wordt zowel de ondervacht als de bovenvacht gebruikt, waardoor het wol een typisch pluizig uiterlijk heeft. De mohair vezels zijn ietsjes dikker dan merino vezels, en de vezels zijn lang en glad waardoor je trui of sjaal lekker zacht en glanzend aanvoelt.
Alpacawol is enorm zacht, zelfs nog zachter dan merino wol. Alpacawol komt voornamelijk uit Zuid-Amerika, met name uit Peru, Bolivia, Argentinië en Chili. Het is sterker en zeven keer zo warm als schapenwol. Het is een ideale keuze voor mensen die bijzonder gevoelig zijn voor kou.
Bovendien is alpacawol een goed alternatief voor mensen die allergisch zijn voor wolvet (lanoline), een natuurlijke was die door schapen wordt geproduceerd om water en vuil af te stoten.
Suri wol is een subtype van alpacawol, dat bekend staat om zijn zijdeachtige, glanzende vezels, die vaak gebruikt worden voor weven in plaats van breien.
Deze wol is afkomstig van de onderwol van de Arctische muskusos. Het is zachter dan kasjmier en extreem warm. Vanwege de zeldzaamheid en de moeilijke omstandigheden waaronder het wordt geoogst, is qiviut meestal vrij duur.
Deze wol komt van yaks uit de Himalaya en is warm, zacht en luchtdoorlatend. Het wordt vaak vergeleken met kasjmier door zijn zachtheid en warmte.
Kamelenwol is afkomstig van de zachte ondervacht van kamelen. Het is licht van gewicht maar biedt uitstekende thermische isolatie-eigenschappen. Het is niet zo zacht als sommige andere soorten, maar het is veerkrachtig en gaat lang mee.
Dit is een van de zeldzaamste en duurste wolsoorten ter wereld, afkomstig van de vicuña, een Zuid-Amerikaanse verwant van de alpaca. De vezels zijn uitzonderlijk zacht en fijn.
Targhee wol is een type schapenwol die oorspronkelijk uit de Verenigde Staten komt. Het is minder fijn dan Merino, maar staat bekend om zijn elasticiteit en wordt vaak gebruikt in sokkengaren.
Net als alpaca’s produceren lama’s ook hypoallergene wol die licht van gewicht is en goed vocht afvoert.
Lees hier meer over wol:
Hoe gaat het met de wolboeren?
Vegan alternatieven voor wol
Wil je nog meer te weten komen over andere materialen zoals katoen en leder? Dan kan je hier terecht!