11 september 2024
Fietskoeriers in Arnhem: bezorgen ze ook jouw pakketjes?
- Productie
- Verpakkingen
Onder de loep: Europa treedt op tegen misleidende milieuclaims
Er is een groeiend milieubewustzijn onder consumenten in heel Europa, de vraag naar groene en duurzame producten en diensten stijgt. Deze groeiende vraag heeft echter geleid tot een toename van greenwashing, waarbij bedrijven misleidende uitspraken doen en zichzelf als milieuvriendelijk afschilderen.
Tijdens de transitie naar een groener Europa is het cruciaal om de zeven hoofdzonden van greenwashing bloot te leggen en aan te pakken. COSH! nam het onder de loep en onderzocht de EU-wetsvoorstellen en noemenswaardige voorbeelden uit de lidstaten.
Een veelvoorkomende greenwashing-tactiek is het gebruik van vage of dubbelzinnige termen zoals “natuurlijk” of “milieuvriendelijk”.
Europese landen erkennen dit probleem en ondernemen actie. Hiervoor heeft de Europese Unie (EU) wetgeving geïntroduceerd die duidelijke criteria vaststelt voor “groene” producten en diensten, waaronder het EU Ecolabel en de European Green Claims draft Directive, met ontwerprichtlijnen. Vooral de laatste zal het bedrijfs- en consumentenlandschap in EU ingrijpend beïnvloeden.
De Green Claims Directive is een richtlijn die op 23 maart 2023 door de Europese Commissie is voorgesteld om zogenaamde greenwashing tegen te gaan. Het doel is om consumenten de zekerheid te geven dat producten en diensten die als milieuvriendelijk worden aangeprezen, worden ondersteund door wetenschappelijk bewijs.
Het zal echter nog enige tijd duren voordat de voorgestelde regels bindend zijn voor bedrijven: De goedkeuring van de EU-Raad en het EU-Parlement is nog in afwachting. De lidstaten hebben vervolgens 18 maanden om deze regels te integreren in hun nationale wetgeving. Na deze periode zal het nog zes maanden duren voordat ze daadwerkelijk in werking treden. Wanneer de lidstaten de richtlijn hebben opgenomen in hun wetgeving, dienen alle KMO’s en multinationale ondernemingen zich hieraan te houden. Bedrijven met minder dan tien werknemers vormen hierop de uitzondering.
Ondanks deze inspanningen blijven er gaten in de wet bestaan en is de handhaving inconsistent.
Uit een onderzoek van de Europese Commissie en nationale autoriteiten bleek dat er 344 “schijnbaar dubieuze” duurzaamheidsclaims online werden gemaakt door bedrijven, voornamelijk binnen de sectoren van kleding en textiel, cosmetica en persoonlijke verzorging, en huishoudelijke apparaten. Volgens het onderzoek was meer dan de helft van de onderzochte milieuclaims vaag of misleidend, en was maar liefst 40% niet substantieel. Andere onderzoeken bevestigden deze bevindingen. Dit wijst uit: Greenwashing beperkt zich niet tot individuele gevallen die de krantenkoppen halen, maar is een wijdverbreid probleem.Greenwashing doet zich voor wanneer bedrijven één milieuvriendelijk aspect van hun product uitlichten en andere significante milieueffecten gemakshalve achterwege laten. Europese consumenten worden zich steeds meer bewust van deze strategie en eisen meer transparantie. In reactie hierop voeren Europese landen regelgeving in die levenscyclusanalyses en uitgebreide openbaarmaking van milieugegevens stimuleert. De kern zit in de nuance en een systemische benadering, welke een alomvattend overzicht biedt van wat een duurzaam product werkelijk betekent.
Veel kledingmerken geven bijvoorbeeld geen openheid over hun toeleveringsketens, die vaak complex en wereldwijd verspreid zijn, maar leggen bijvoorbeeld de nadruk op hun gebruik van biologisch katoen. Wat voor certificering het katoen heeft en of het gemengd is met synthetische materialen, of waar het vandaan komt en uiteindelijk naartoe is verscheept, zijn essentiële duurzaamheidsaspecten die ook transparant gecommuniceerd moeten worden. Dit illustreert het belang van volledige levenscyclusanalyses en transparante registratie.
Een andere ernstige misstap in greenwashing is het ontbreken van geloofwaardig bewijs voor milieuclaims. Europa gaat dit tegen met wetgeving, zoals de Green Claims draft, die onderbouwing en onafhankelijke verificatie van milieuclaims verplicht stelt.
"Termen zoals 'ecologisch', 'biologisch' en 'milieuvriendelijk' worden frequent en zonder enige onderbouwing gebruikt." Nederlandse Autoriteit Consument & Markt (ACM)
Boosdoeners van greenwashing maken vaak beweringen die weliswaar technisch correct zijn, maar weinig zeggen of irrelevant zijn voor de totale milieu-impact van het product of de dienst. Europa zet in op het vergroten van bewustzijn en het bevorderen van nauwkeurige etikettering om misleidende beweringen tegen te gaan. Dit kan met name worden opgemerkt bij het gebruik van textiel op basis van fossiele brandstoffen, dat tot op heden nog steeds de wereldwijde mode-industrie domineert. Het downcyclen van plastic flessen naar kleding neemt alle milieuvoordelen weg en verkort in feite de levensduur van plastic flessen, tenzij ze zijn opgevist uit de oceaan of andere natuurlijke habitats zijn gehaald. Dit benadrukt hoe belangrijk het is om de bredere milieueffecten in overweging te nemen.
Sommige bedrijven proberen hun producten af te schilderen als milieuvriendelijk in vergelijking met een nog schadelijker alternatief. Europese landen zijn bezig met het opstellen van uitgebreide normen die producten beoordelen op hun daadwerkelijke milieueffect, in plaats van relatieve vergelijkingen.
De groeiende populariteit van elektrische voertuigen, waar bedrijven als Tesla flink van profiteren, illustreert de vertekende kijk op vervoer en infrastructuur. In plaats van te investeren in openbaar vervoer en fietsvriendelijke steden, houdt Duitsland nog steeds wanhopig vast aan een infrastructuur waarin de auto centraal staat, focust het op koolstofneutraliteit door middel van technologie en negeert het de immense vraag naar grondstoffen in deze overgang naar vervoer op batterijen met zich meebrengt.
Sommige bedrijven proberen zich te associëren met duurzaamheidsinitiatieven of gebruiken milieuvriendelijke symbolen en labels die consumenten kunnen misleiden. COSH! heeft dit bijvoorbeeld gezien bij GOTS Oeko-Tex. Bepaalde bedrijven publiceren dit keurmerk op hun websites, maar maken geen details van hun certificering bekend. Erger nog, soms staan ze zelfs niet vermeld in de GOTS-database. Dergelijke misleidende praktijken schaden het vertrouwen van de consument en maakt het voor hen moeilijk om onderscheid te maken tussen legitieme en misleidende milieuclaims.
Om deze inconsistenties aan te pakken, is een radicale versterking van de samenwerking en coördinatie tussen de EU-lidstaten noodzakelijk. We moeten de handhavingscapaciteit versterken, normen en sancties harmoniseren en investeren in nauwkeurige productbeoordelingen om greenwashing in Europa effectief te bestrijden. Verder is het essentieel om consumentenbewustzijn en voorlichting over greenwashingpraktijken te vergroten, zodat mensen weloverwogen keuzes kunnen maken en bedrijven verantwoordelijk kunnen houden voor hun milieuclaims.
Net als het verspreiden van vage informatie, verwijst liegen in het kader van greenwashing naar het maken van onjuiste of misleidende uitspraken over de milieueffecten of duurzaamheidspraktijken van een product. Deze oneerlijke of overdreven claims worden gebruikt om consumenten te misleiden en een vals beeld van milieuvriendelijkheid te creëren.
Fast fashion-bedrijven zoals H&M, Zara of Mango brengen bijvoorbeeld voortdurend collecties uit die worden bestempeld als “duurzaam”, met namen als “committed” of “clothes made from carbon emissions”. Door de crisis van overconsumptie en textielafval te negeren, wordt de term “duurzaamheid” echter gereduceerd tot niets meer dan een lege huls.
Hoewel de EU richtlijnen voor groene claims heeft geïntroduceerd, is er nog steeds een duidelijk gebrek aan samenwerking en organisatie tussen de lidstaten om deze richtlijnen te interpreteren en te handhaven. Dit leidt tot uiteenlopende normen en criteria voor het beoordelen van milieuclaims, waardoor de complexiteit en verwarring voor bedrijven die in meerdere EU-landen actief zijn en voor consumenten toeneemt.
Als respons hierop heeft de EU-Commissie op 23 februari 2022 een richtlijn inzake duurzaamheidseffectbeoordeling van bedrijven voorgesteld. Het doel is een geharmoniseerd wettelijk kader binnen de EU te scheppen dat zorgt voor rechtszekerheid en een gelijk speelveld voor alle ondernemingen.
Deze richtlijn heeft tot doel duurzaam en verantwoord gedrag van ondernemingen te bevorderen en mensenrechten- en milieuoverwegingen te verankeren in de activiteiten en het ondernemingsbestuur van ondernemingen. De nieuwe regels moeten ervoor zorgen dat bedrijven de negatieve impact van hun acties en waardeketen, zowel binnen als buiten Europa, aanpakken. De richtlijn is van toepassing op grote EU-bedrijven, bedrijven uit derde landen met een aanzienlijke omzet in de EU, en op kleine en middelgrote ondernemingen. Overtreders riskeren een boete van minstens 5% van hun wereldwijde netto-omzet en kunnen worden uitgesloten van overheidsopdrachten door EU-lidstaten.
Daarnaast heeft de Europese Commissie een nieuwe Commissiemededeling over de interpretatie en toepassing van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (‘de UCPD-leidraad’) herzien en aangenomen. In deze herziening worden aspecten belicht zoals influencer marketing, consumentenreviews en endorsements, maar ook milieuclaims en geplande veroudering, om er maar een paar te noemen. Deze tekst, in lijn met de Green Deal en het Actieplan Circulaire Economie, is bedoeld om consumenten te beschermen door hen de middelen te geven om beter geïnformeerd te zijn over deze handelspraktijken bij het adverteren, kopen of gebruiken van producten.
Gezien de vervuiling veroorzaakt door textielproducten tijdens hun gehele levenscyclus, is de textielsector bijvoorbeeld verplicht zich te houden aan de recentelijk opgestelde voorschriften inzake klimaatgerelateerde beweringen. De Commissie onderstreept dat claims zoals “klimaatneutraal”, “koolstofneutraal” of “100% CO2 gecompenseerd” als misleidend kunnen worden beschouwd voor consumenten en dus aan dezelfde regels moeten voldoen.
"Deze veranderingen in wet- en regelgeving in de richting van meer controle en dwang kunnen modemerken alleen maar aanmoedigen om effectieve strategieën te implementeren om hun impact te meten en te reduceren binnen hun CSR-beleid (Corporate Social Responsibility)” Glynnis Makoundou, advocaat gespecialiseerd in modewetgeving.
De handhaving van regelgeving tegen greenwashing is doorgaans de verantwoordelijkheid van nationale autoriteiten in elke EU-lidstaat. Deze autoriteiten worden echter vaak geconfronteerd met beperkte middelen, zoals beperkt of ongeschoold personeel en budgettaire beperkingen, wat effectieve monitoring en handhaving kan bemoeilijken.
Bijvoorbeeld, na de goedkeuring van het Actieplan Circulaire Economie 2020 zijn de criteria voor Groene Overheidsopdrachten (GPP) van de Europese Commissie optioneel gemaakt voor verschillende productgroepen. Dit inkoopproces is “een methode waarbij overheidsinstanties goederen, diensten en projectopdrachten trachten aan te besteden die gedurende hun levenscyclus een verminderde milieubelasting kennen, in vergelijking met gelijksoortige goederen, diensten en projectopdrachten met dezelfde primaire functie die anders zouden worden aanbesteed “- Europese Commissie, Groen Ondernemen.
Sancties voor greenwashing-overtredingen variëren sterk tussen de Europese landen. Dit betekent dat bedrijven die in sommige lidstaten misleidende milieuclaims maken, met lichtere straffen kunnen wegkomen dan in andere. Als gevolg van de uiteenlopende rechtssystemen binnen de EU, aanpassingen in de wetgeving en de beschikbare middelen, kunnen boetes en sancties in het ene land aanzienlijk hoger uitvallen dan in het andere. Deze inconsistentie in handhaving zorgt ervoor dat er geen eenduidig en sterk signaal wordt afgegeven aan mogelijke greenwashing-overtreders, wat investeringen in de strengere lidstaten kan verminderen.
"Greenwashing is vooral schadelijk voor bedrijven die zich daadwerkelijk inzetten voor milieubescherming en daar gericht in investeren. Ongeacht of greenwashing wordt blootgelegd of verborgen blijft, in beide situaties ondermijnt het de milieubescherming. Het heeft bovendien een verstorend effect op de markt: wanneer consumenten kiezen voor wat zij als een 'groenere' optie beschouwen, benadelen zij daarmee onbedoeld de bedrijven die eerlijk en zonder misleidende reclames actief zijn." Barbara Scheben, Partner, Hoofd Forensisch Onderzoek en Hoofd Gegevensbescherming bij KPMG.
Om de milieu-impact van een product of dienst nauwkeurig te bepalen, zijn grondige beoordelingen nodig die de volledige levenscyclus omvatten, van de winning van grondstoffen tot productie, gebruik en verwijdering. Deze beoordelingen, consistent en nauwkeurig uitvoeren vergt veel van bedrijven en regulerende instanties, waardoor er ruimte kan ontstaan voor onnauwkeurigheden of vergissingen. Naast bekende certificaten zoals de HIGG Index, GOTS en de Forest Stewardship Council (FSC), kent Europa een breed scala aan duurzaamheidscertificaten, elk met hun eigen criteria. In Europa is het EU Ecolabel de enige pan-Europese type I ecolabel. Deze is in heel Europa erkend en ondersteund daarmee de interne markt voor groene producten. Bovendien voldoet het aan de ISO 14024 Type 1‑norm, wat garandeert dat het betrouwbaar is, gebaseerd op meerdere criteria en gecontroleerd door onafhankelijke derden. De criteria worden bepaald via een transparante levenscyclusbenadering en in samenwerking met diverse belanghebbenden.
"Om consumenten duidelijke en betrouwbare informatie te bieden over de werkelijke milieuvoordelen van een product of dienst, wil de ontwerprichtlijn inzake groene claims de proliferatie van milieukeurmerken beperken. Er zijn er momenteel meer dan 200, elk met hun eigen, soms sterk uiteenlopende, vereisten en controles. Dit kan leiden tot verwarring en wantrouwen onder consumenten. In de toekomst wordt het ontwikkelen van dergelijke keurmerken voornamelijk op EU-niveau gestimuleerd." Barbara Scheben, Partner, Hoofd Forensisch Onderzoek en Hoofd Gegevensbescherming bij KPMG.
Wanneer de Green Claims Richtlijn van kracht wordt, naar verwachting uiterlijk in 2025, zal er een verbod zijn op het creëren van nieuwe publieke keurmerksystemen en een validatieprocedure voor private operators worden ingevoerd.
Naast de handhaving en toepassing door alle EU-lidstaten van verordeningen en richtlijnen die door de Europese Commissie zijn vastgesteld, zoals de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (UCPD), de richtlijn consumentenrechten (CRD) en uiteindelijk de richtlijn inzake Groene Claims bij Producten, beschikken afzonderlijke lidstaten zoals Nederland, Duitsland of België over aanvullende, landspecifieke wetgeving om greenwashing tegen te gaan.
Nederlands Burgerlijk Wetboek: Dit wetboek bevat bepalingen tegen misleidende reclame en oneerlijke handelspraktijken, die kunnen worden toegepast om greenwashing tegen te gaan.
De nieuwe Nederlandse Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR) is op 1 februari 2023 in werking getreden en vervangt de Milieu Reclame Code (MRC). Het is een onderdeel van de Nederlandse Reclame Code (NRC), die algemeen wordt erkend als een zelfregulerend kader in Nederland. Deze regelgeving is gebaseerd op de Nederlandse Wet Oneerlijke Handelspraktijken, de nationale implementatie van de EU Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (2005/29/EG) en de EU Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (2010/13/EU).
Op 26 juni heeft de Nederlandse influencer Sara Dubbeldam via de Reclame Code Commissie (RCC) Primark NL aangeklaagd wegens greenwashing. De Reclame Code Commissie is een Nederlandse organisatie die advertenties beoordeelt op eerlijkheid en betrouwbaarheid. Als de RCC concludeert dat de claims van Primark inderdaad misleidend zijn voor de consument, mag Primark niet meer op deze manier adverteren. Mocht het bedrijf zich hier niet aan houden, dan kan de RCC de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) vragen om op te treden, eventueel door middel van een boete.
De Nederlandse overheid heeft afspraken gemaakt over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) met verschillende sectoren en maatschappelijke organisaties in het land.
Deze afspraken benadrukken de gedeelde verantwoordelijkheid tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid om misstanden op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en milieu te voorkomen. Enkele van deze specificeren de richtlijnen voor bedrijven om samen te werken met maatschappelijke organisaties en de overheid om verantwoord ondernemen te garanderen. Deze omvatten, maar zijn niet beperkt tot, de Nederlandse Overeenkomst inzake Duurzame Kleding en Textiel en de Overeenkomst ter Bevordering van Duurzame Bosbouw.
Wet tegen oneerlijke concurrentie (Gesetz gegen den unlauteren Wettbewerb): Deze wet verbiedt oneerlijke concurrentiepraktijken, waaronder valse of misleidende milieuclaims. Het is ook verboden om garantiemerken of kwaliteitslabels te gebruiken zonder de juiste toestemming.
Duits Federaal Milieuagentschap (Umweltbundesamt): Dit agentschap geeft richtlijnen en informatie aan bedrijven en consumenten over milieuclaims en bevordert transparantie en nauwkeurigheid.
De Duitse federale minister voor Consumentenbescherming, Steffi Lemke, zet zich ook in voor een AI-keurmerk voor alle goederen en diensten die met AI zijn geproduceerd.
Belgisch Wetboek van Economisch Recht: Het algemene wettelijke kader inzake misleidende handelspraktijken is te vinden in boek VI van het Belgische Wetboek van Economisch Recht, dat de Europese Richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken omzet in Belgisch recht. Dit wetboek bevat bepalingen tegen valse reclame en oneerlijke handelspraktijken, die kunnen worden toegepast om greenwashing tegen te gaan.
Om te laten zien hoe deze principes kunnen worden toegepast, heeft de regelgever (het Ministerie van Economische Zaken) richtlijnen opgesteld voor milieuclaims.
"Hoewel het initiatief om meer richtlijnen te geven over milieuclaims en greenwashing moet worden toegejuicht, is de formulering van de nieuwe richtlijnen teleurstellend. De regelgever stelt bijvoorbeeld in de richtlijnen dat "vage en dubbelzinnige termen niet mogen worden gebruikt als ze niet in de advertentie worden gedefinieerd". In de praktijk zijn veel advertenties echter vaag en dubbelzinnig en bevatten ze uitspraken zonder duidelijke definitie. Op dit moment bepaalt de wet dat dergelijke uitspraken geoorloofd zijn zolang ze de consument niet misleiden. Advertenties worden gezien als communicatie die indrukken en gevoelens kan opwekken bij een consument - maar ze worden niet behandeld als bindende contracten op basis van strikte juridische definities." Tom Heremans, Partner Brussel van CMS.
Bovendien is de Belgische Federale Overheidsdienst Economie (Service Public Fédéral Economie) een organisatie die toezicht houdt op consumentenzaken en de naleving ervan afdwingt.
Barbara Scheben van KPMG benadrukt: “Deze kwestie kent meerdere facetten: Allereerst gaat het uiteraard om misleiding van de consumenten. Velen kiezen bewust voor een specifiek product, wellicht zelfs een duurder product, juist vanwege de veronderstelde duurzaamheid. Deze misleiding kan twee gevolgen hebben: blijft het onopgemerkt, dan blijven grote milieuproblemen voortbestaan terwijl consumenten geloven een positieve bijdrage te leveren. Wordt greenwashing daarentegen publiekelijk ontmaskerd, dan kan het algemeen vertrouwen in de duurzaamheid van producten, diensten en zelfs milieukeurmerken dalen. Dit kan leiden tot een verminderde vraag naar daadwerkelijk duurzame producten.”
Ondanks dat Europese landen aanzienlijke stappen hebben gezet om greenwashing tegen te gaan door middel van wetgeving, blijft het een uitdaging om te zorgen voor consistente handhaving en om mazen in de regelgeving te dichten. Consumenten moeten waakzaam blijven en transparantie, onafhankelijke verificatie en geloofwaardige certificeringen eisen om greenwashing te bestrijden en een echt duurzame toekomst in Europa te bevorderen.
Vond je dit artikel interessant? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte!