30 oktober 2024
Slaap in stijl met deze duurzamere pyjama’s
- COSH! Leden Publiciteit
- Lifestyle
Er zijn tegenwoordig heel wat alternatieven te vinden voor de vervuilende en chemische verfmethodes in de modeindustrie. Zo is verven met planten terug van weggeweest en zijn er innovatieve alternatieven op de markt om stoffen te verven met bijvoorbeeld CO2 of bacteriën.
Duurzame verfmethodes worden nu vaak nog op kleinere schaal toegepast maar ze zouden ook op grote schaal ingezet kunnen worden. Al is het natuurlijk moeilijk om het vaste, snelle en goedkope kleurproces van de vervuilende modeindustrie te veranderen. Wil je meer lezen over de gevolgen schadelijke verfstoffen? Klik dan hier om onze vorige blogpost te lezen.
Mensen zijn gewend aan de constante kleuren die we tegenkomen in alle winkels, denk aan navyblauw, klassiek rood, bladgroen en Hollands oranje. Met plantaardige verfmethodes wordt het kleurenpalet niet per se minder breed maar felle kleuren maken is een stuk moeilijker en kleuren vervagen met de tijd.
Natuurlijke verf is alleen effectief op natuurlijke textielvezels omdat elke type vezel een ander soort structuur heeft en daardoor beter of minder hecht aan bepaalde kleurstoffen. Je kunt daarom perfect een blauwe katoenen jeans verven met plantaardige indigo of een linnen blouse verven met verf van avocadopitten of uienschillen. Plantaardige verfstoffen hechten ook goed aan dierlijke vezels zoals zijde en wol.
Een andere mogelijkheid om natuurlijke maar ook synthetische vezels op een natuurlijke manier te verven is met bacteriën of schimmels, letterlijk levende kleuren! Kleurpigmenten kunnen worden onttrokken via biologisch afbreekbare en mensvriendelijke bacteriën. Bacteriën zetten voedingsstoffen om in pigmenten en kunnen zo worden ingezet om te verven en groeien op kleding, op die manier ontstaan er ook verschillende patronen. Laura Luchtman en Ilfa Siebenhaar deden onderzoek naar de mogelijkheden met bacteriën in hun onderzoek Living Colour en ontwierpen een met bacteriën geverfde collectie voor Puma.
Een zelfde soort proces is toepasbaar op schimmels, Ilse Kremer onderzocht de mogelijkheden van verven met schimmels in haar afstudeerproject Fabulous Funghi. Samen met Westerdijk Fungal Biodiversity Institute ontwikkelde ze een verfmethode, het gaat als volgt: eerst worden de schimmels gekweekt en wanneer het kleurpigment duidelijk zichtbaar is worden de schimmels opgelost met een bepaald middeltje, hierbij sterft de schimmel en blijft enkel het pigment over waar je vervolgens textiel mee kunt verven. Verven met bacteriën en schimmels is een natuurvriendelijke manier om kleding te kleuren, bij COSH! denken we dat hier veel potentie in zit voor de toekomst!
Natuurlijke verfstoffen werken dus niet bij synthetische stoffen zoals polyester en nylon (polyamide). Daarvoor zijn andere innovaties ontwikkeld om te kunnen verven zonder kleurstoffen te laten ontsnappen naar de natuur. Zo kunnen vezels al in een vroeg stadium worden geverfd, zoals bij We aRe SpinDye® waar kleurpigmenten en gerecycled polyester worden samengesmolten en Dyecoo waarbij synthetische vezels geverfd worden met CO2 technieken. Andere oplossingen zijn om het verfbad steeds her te gebruiken of het pigment bijvoorbeeld direct op de vezels aanbrengen zodat er geen verfresten overblijven. Ook zijn er technieken om kleding te sorteren op kleur en ze dan te recyclen. Op die manier hoeven de vezels niet opnieuw te worden geverfd, deze techniek past het merk Loop a Life toe voor haar kleding en ook Reblend van Enschede Textielstad gebruikt deze methode.
Roua Atelier is opgericht door grafisch artieste en kunstenares Roua ALHalabi. In haar atelier of op locatie kun je workshops volgen om te kleding te leren verven met natuurlijke verfmethodes. Daarnaast produceert Roua Atelier ook natuurlijk geverfde collecties voor merken.
Roua’s passie voor textiel verven op natuurlijke wijze ontstond als volgt: “Ik kom uit een stad in Syrië waar alle oude dames hun eigen kleding verven, een van deze geweldige vrouwen, is mijn oma. Ik herinner me haar kleurrijke handen als ze aan het verven was. Later heb ik me verdiept in de technieken tijdens mijn studie beeldende kunst. Toen ik naar Nederland kwam en een stage deed met natuurverf, herbeleefde ik het gevoel van toen ik een jong meisje was en wist ik zeker dat dit mijn liefde was.”
Roua maakt onder andere gebruik van de natuurlijke pigmenten zoals indigo en kleurt met roosmarijn, theesoorten, bloemen en voedselafval zoals avocadopitten en uienschillen. Deze kweekt of zoekt, en ontwikkelt ze zelf: “Ik richt me op afval planten die te vinden zijn in keukens, parken, bossen en markten. Maar ik kweek ook kruiden en paddenstoelen.” Tijdens de shibori workshop (een Japanse verftechniek om patronen te creëren) ga je aan de slag met natuurlijke indigo – het kleurpigment dat ook voor spijkerbroeken wordt gebruikt.
Roua: “Als ik met natuurlijke verfstof werk, voel ik me dichter bij Moeder Natuur, elke kleur heeft zijn eigen magie en charme. De geur van het verfbad en de overdracht van de pigmenten verwarmen mijn hart en nieuwe verfkleuren maken me gelukkig.”
Roua heeft al meer dan zeven jaar ervaring in de textielverfindustrie. “Ik heb grote veranderingen aangebracht in de ontwikkeling van kleuren. Met verschillende natuurlijke kleurstoffen en beits recepten kun je verbazingwekkende verschillende kleuren (pastel en glanzende schaduwen) maken. Het is de magie van onze aarde.” Maar ze is ook bewust van de uitdagingen met natuurlijk verven: “Onze grondstoffen zijn niet duurzaam, waardoor de kleurstof veel verandert. Zo ontwikkel ik mijn pigmenten en recepten om deze uitdaging te beheersen. Daarnaast kost het veel water, waardoor de prijzen stijgen en niet veel bedrijven het zich kunnen veroorloven.”
Om de kleurvastheid zoveel mogelijk te optimaliseren, past Roua haar recepten aan op de kleurstof en de te verven textielvezel. Roua: “Er zijn veel technieken om het wassen van de kleur en lichttechnieken te controleren. Daarnaast werk ik samen met chemische laboratoria om de resultaten te controleren.”
Benieuwd naar hoe het kleurproces in zijn werk gaat? Wil je graag een workshop volgen of een collectie laten produceren? Neem dan contact op met Roua Atelier.
Janne Roels behaalde haar master in collaborative and industrial design aan de Universiteit van Antwerpen met haar thesis ‘TINTU’, ze werkte ook een aantal maanden als student werkkracht bij COSH!, hier werd ze geconfronteerd met de vervuilende kant van de kledingindustrie.
TINTU is een kookapparaat waarmee je thuis kleurstoffen kunt maken voor inkt of kleding. “Met etensresten of planten kun je een concentraat maken om mee aan de slag te gaan, met dat concentraat kan je vervolgens een verfbad maken om kleding in te verven.”
Janne wil mensen die graag ecologisch en creatief bezig zijn hiermee een makkelijk werkend product geven zodat ze met veel plezier aan de verf kunnen. “Er ging een wereld voor me open toen ik op Instagram veel mensen tegenkwam die recreatief bezig zijn met natuurlijke verf. Ik werd erdoor geïnspireerd omdat ik zag dat iedereen het verven op de ‘ouderwetse manier’ doet, met potten en pannen op het fornuis. Zelf heb ik het ook eens op die manier geprobeerd, ik maakte verf van avocadoschillen- en pitten. Dat was leuk, maar ik dacht: dat kan leuker met een leuker product.”
Ze volgde in het coronajaar online cursussen over inkt maken, het verven van kleding en maken van motieven met natuurlijke verfstoffen. “Zo leerde ik dat je natuurlijke verf alleen kunt gebruiken op natuurlijke textielsoorten zoals katoen en wol en dat elk specifieke materiaal een ander kleurresultaat zal geven. Wol neemt bijvoorbeeld meer kleurstof op dan zijde of katoen.” Tip van COSH!: Als je warm bent geworden voor natuurlijk verven en zelf aan de slag wil met vilt en plantaardige kleurstoffen, volg dan zeker een workshop bij Katrien Perquy in Brugge!
Janne ziet veel toekomst in natuurlijke verf voor de kledingindustrie. “Het is gezonder om te dragen op de huid en het is unieker. We zijn gewend aan constante kleuren maar als mensen openstaan voor het effect van natuurlijke verf, het natuurlijke veranderen en evolueren van de kleuren op hun kleding kan het groot worden. In principe breken natuurlijke verfstoffen langzaamaan af maar met de juiste kennis, toepassing en verzorging kunnen ze lang mooi blijven. Misschien kunnen we in de toekomst zelfs terug naar de winkel om onze kleren opnieuw te laten verven…”
Niki, de oprichtster van COSH! is blij dat oplossingen zoals TINTU in ontwikkeling zijn. “Als we met kleding leren omgaan die natuurlijk geverfd is, en de kleur vervaagt, zou het fijn zijn als er in elke community iemand is die met herkleuren aan de slag kan. TINTU kan daarbij een grote hulp zijn, en zal een veelgevraagde tool worden op PEERBY, een website waar je spullen kan lenen en huren van je buren.”
Lotje Terra geeft leiding over het BORO*ATELIER, ze zette het atelier zo’n vijf jaar geleden op samen met Celia Geraedts. Het BORO*ATELIER is een natuurlijke verffabriek in Amsterdam met de missie om de textielindustrie socialer en duurzamer te maken.
Lotje zegt dat er over het algemeen weinig mensen nadenken over kleur. “Geld en gemak weerhouden modegiganten van natuurlijke kleurmethodes, meestal blijft het bij een gelimiteerde collectie waarin grotere merken een eenmalig statement maken.” We zijn gewend aan te goedkope spullen en daarom zien we duurzamere opties als ‘duur’. Daarnaast zijn natuurlijke kleuren niet mainstream, ze zijn voor veel mensen onbekend. En dat terwijl de natuurlijke kleurstoffen mooie voordelen te bieden hebben, zegt Lotje. “Ze zien er mooi uit en de kleuren kunnen zoveel leven hebben! Het is duurzaam want alles komt uit de natuur en als de stoffen terug in de natuur zouden terechtkomen kan dat geen kwaad.”
Hanne Schatteman is chemisch burgerlijk ingenieur en is bezig met het oprichten van haar eigen circulaire kledingmerk. Plan is om kleding te verven met behulp van superkritische CO2, dat is een fysische toestand tussen vloeibaar en gas in.
Hanne begon haar carrière bij een chemisch bedrijf maar wilde meer bezig zijn met duurzaamheid, daarom begint ze nu een circulair modemerk. “Het is tijd om meer technologie toe te passen in de modesector, het is frustrerend dat dit nog niet veel gebeurt.” Hoe de kleurmethode van Hanne precies werkt, zie je in het schema hiernaast. “In principe zou je je kleding op deze manier elk seizoen een andere kleur kunnen geven.”
Bij COSH! zijn we fan van dat idee. Op deze manier zou je langer van dezelfde kleren kunnen genieten en kunnen zorgen dat ze bij jouw stijl blijven passen. Het zou goed passen in de circulaire economie. Zou jij naar een centrum gaan waar je je kleren een andere kleur kunt laten verven als de oorspronkelijke kleur niet meer bevalt? Laat het ons weten!
Circulair wil zeggen dat elk onderdeel van de levensfase van een kledingstuk cyclisch is, zo blijven er geen grondstoffen onbenut, van het begin van de productie tot wanneer het kledingstuk zijn leven als t‑shirt bijvoorbeeld achter de rug heeft. “Ik wil stedelijke hubs opzetten waar je kleding kunt kopen, laten repareren, herkleuren en uiteindelijk kunt inleveren zodat we ze kunnen recycleren.” Er komen met Hanne’s gekozen verfmethode geen giftige verfstoffen in de natuur terecht. “We vangen alle overtollige verfstoffen op, die kunnen we later opnieuw gebruiken.”
Ze wil verantwoordelijkheid nemen voor het gehele leven van de kledingstukken van haar toekomstige merk. “Mijn concept is dat je een geel t‑shirt uit juni bijvoorbeeld blauw kunt laten verven wanneer je erop bent uitgekeken. Of dat je een lange mouwen aan een korte mouwen shirt als het koud wordt. Zo belandt een t‑shirt nooit op de vuilnisbelt en als iemand het toch niet meer wil hebben, zullen we het recycleren. Dat is gemakkelijk te doen omdat ik de kleding zal maken van 100% gerecycled polyester, dat materiaal is telkens opnieuw te recycleren.”
Polyester (zowel ‘nieuw’ als gerecycled) is een synthetische stof die je niet met natuurlijke verf kunt kleuren omdat het die verf niet goed opneemt. Superkritische CO2 zou een onschadelijk alternatief kunnen zijn voor de manier waarop polyester nu geverfd wordt.
In onze maatschappij is fast-fashion niet meer weg te denken. Fast fashion, oftewel ‘snelle mode’ is mode die meestal snel inspeelt op trends en op een zo hoog mogelijk tempo aan lage prijzen geproduceerd wordt zodat het ook snel in de winkels komt te hangen en verkocht kan worden. Eenmaal gekocht gaat de fast fashion meestal ook snel de kledingkast weer uit omdat de kleding vaak van lage kwaliteit is en de trends snel voorbij gaan. Dat betekent ook dat kleuren het ene moment in de mode zijn en binnen de kortste keren weer uit de het straatbeeld verdwijnen. De felgroene Zara-broek die in de lente van 2021 door veel modebewuste mensen besteld werd, zien we in de lente van 2022 hoogstwaarschijnlijk niet terug.
Zonde van de chemicaliën die nodig zijn voor al deze kleuren en waarvan resten in natuurwaterstromen eindigen. Maar het kan anders. Door bewust te kiezen voor kleuren die goed bij je passen en die je lang mooi blijft vinden creëer je een kledingkast waar je lang mee kunt doen en dat is de meest duurzame optie, kleding dragen die je al hebt. Als er nu toch een kleurrijke trend voorbij komt waar je aan mee wil doen, kun je bijvoorbeeld eerst op zoek gaan in tweedehandswinkels, zo hoeven er geen nieuwe verfstoffen worden gebruikt voor je kleding en hoeven er niet meer rivieren te worden vervuild. Wat voor je lichamelijke gezondheid in ieder geval belangrijk is, is om nieuw gekochte kleding eerst te wassen voordat je ze draagt om te voorkomen dat schadelijke verfstoffen in je huid trekken.
Tijdens het shoppen kun je op zoek gaan naar kleding die een GOTS, OEKO-TEX, Cradle to Cradle of Bluesign label dragen, dit zijn keurmerken die chemicaliën en verfstoffen meenemen in de controle en beoordeling van producten. Het Global Organic Textile Standard (GOTS) garandeert daarnaast ook dat de textielvezels van biologische oorsprong zijn en de werkomstandigheden waarin de kleding gemaakt is, oké zijn. OEKO-TEX garandeert enkel dat er geen schadelijke stoffen in het eindproduct te vinden zijn. Met het Bluesign certificaat kun je zeker zijn dat er geen schadelijke stoffen gebruikt zijn bij de productie, natuurlijke hulpbronnen op een verantwoorde wijze worden beheerd, water‑, luchtvervuiling en afvalwater worden beperkt voor een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk en de veiligheid van betrokken werknemers en consumenten gegarandeerd worden.
Ook kun je op zoek gaan naar ongeverfde kleding, zo heeft het Nederlandse merk MUD Jeans ongeverfde lichtblauwe spijkerbroeken en broeken die geverfd zijn met natuurlijke verfstoffen. Een andere tip is om kleding te kopen die vanaf het garen t.e.m. afgewerkt product lokaal in Europa of Noord-Amerika gemaakt wordt omdat ze hier strenge regels handhaven op het gebied van chemicaliën. Hoewel zelfs het Belgisch Hobokens PFOS verhaal van 3M ons dergelijke stellingen in vraag doet stellen.
Ten laatste is het nog altijd nuttig om de materialen van kleding te bekijken als je in de winkel staat. Er zijn met de technieken die nu worden gebruikt in de grote modeindustrie namelijk altijd meer chemische kleurstoffen nodig om synthetische vezels zoals polyester te verven dan om natuurlijke- of cellulosevezels te verven. Kies bewust voor kleding van plantaardige materialen zoals Hennep, Linnen of (Bio)-katoen, bij voorkeur met GOTS-certificaat dat de biologische kwaliteit en duurzame en veilige textielkleurstoffen garandeert.
30 oktober 2024
26 oktober 2024
22 oktober 2024