Erik Toenhake pleit voor eerlijke mode en beleid in Arnhem

“Mijn naam is Erik Toen­ha­ke. Ik spreek namens Aar­den Coö­pe­ra­tie, een Arn­hem­se mode col­lec­tief dat de mode­we­reld van bin­nen­uit ver­an­dert. Eer­lijk, trans­pa­rant, zon­der ver­spil­ling en met iets unieks in Neder­land. In ons bestuur heeft ook de aar­de een stoel aan tafel. Niet als sym­bool, maar als rich­ting­ge­ver. Wat doen we? Het moet klop­pen met wat de aar­de kan dra­gen. En pre­cies daar­om sta ik hier. Want van­och­tend nog was op het nieuws er viel weer een duur­zaam ini­ti­a­tief om. Dai­co, een bedrijf dat op inno­va­tie­ve, mili­eu­vrien­de­lij­ke wij­ze stof­fen verf­de. En niet omdat ze slecht waren, Inte­gen­deel, maar omdat de markt wordt gedo­mi­neerd door par­tij­en met die­pe zak­ken, goed­ko­pe ver­vui­ling en een con­stan­te stroom recla­me die over­con­sump­tie nor­maal maakt. 

Dit voor­stel, waar we hier van­avond voor zijn, raakt de kern van het pro­bleem. Het opbreekt de machts­po­si­ties van fast fas­hi­on in het straat­beeld. Het zegt, we ver­ster­ken niet lan­ger wat onze toe­komst schaadt. Aan de spook­zwem­men namens de aar­de in ons bestuur vroeg ik: Wat zegt de aar­de over dit voor­stel? En de bood­schap was hel­der. De bewe­ging komt toch. Ik, de aar­de, heb die ver­an­de­ring al inge­zet. De keu­ze is aan jul­lie. Blijf je toe kij­ken of doe je mee. Met dit ver­bod beweegt u mee. U kiest niet tegen men­sen, maar voor een eer­lij­ke markt. Voor onder­ne­mers die waar­de cre­ë­ren in plaats van afval. Voor een stad die niet buigt voor de macht van geld, maar luis­tert naar de macht van de toe­komst. Het gaat niet alleen om ver­vui­ling of markt­wer­king alleen. 

Het gaat om een ver­keerd beeld van de prij­zen. Het gaat om het ver­an­de­ren van het beeld dat bepaalt wat wij nor­maal vin­den. Koop­jes, oneer­lij­ke prij­zen, weg­gooi­en, over­con­sump­tie. Aar­de noemt zich een duur­za­me mode­stad. Dit is hét moment om dat waar te maken. Niet met applaus, niet met com­pli­men­ten, maar met beleid dat ruim­te geeft aan kop­lo­pers, aan inno­va­tie en aan een gezon­de rela­tie tus­sen mens, mode en aar­de. En dit voor­stel, het is geen eind­punt, het is een begin­punt. Het zet een toon, het door­breekt een rol­pa­troon, het maakt Arn­hem kop­lo­per en het laat zien dat de gemeen­te de moed kan heb­ben om rich­ting te geven in plaats van af te wach­ten. Dit voor­stel is als een kei in het water, een olie­vlek die ande­re gemeen­ten kan inspi­re­ren, een sig­naal dat we niet alleen vol­gen, maar ook leiden. 

Namens de gene­ra­ties die nog geen stem heb­ben, maar die leven met wat wij besluiten.”