Zeeman heeft lange (minimaal 5 jaar) samenwerkingsverbanden met de meeste fabrieken en leveranciers met wie ze werken. In 2020 werden 76 van de 435 fabrieken of toeleveranciers in alle lagen van de supply chain geauditeerd. Op een tweede plaats in hetzelfde rapport vermeldt Zeeman 100% van de fabrieken en Fair Wear Foundation noemt een percentage van 97%. Zeeman streeft ernaar om bij nog meer van hun toeleveranciers controles uit te voeren. Is een audit bij de ‑op heden omgerekend 17% van hun toeleveranciers- op zichzelf al voldoende om werkomstandigheden als ‘goed’ te beschouwen?
Volgens Zeemans code of conduct dient de leverancier idealiter leeflonen te betalen, maar is de leverancier verplicht om de nationale minima van de landen te betalen.
De Fair Wear foundation haalt aan dat Zeeman kan demonstreren dat het de relatie tussen hun (lage) inkoopprijzen én hun (leeflonen) kan aantonen. Dus Zeeman begrijpt dat hun extreem goed onderhandelde aankoopprijs direct gerelateerd is aan de lonen. Hierop geeft de Fair Wear Foundation aan dat de discounter nog te zwaar onderhandeld op de aankoopprijzen.
Toch heeft Zeeman hun confectieloon doelstellingen voor het jaar 2021 behaald in de Pakistaanse fabrieken en dus voor 7% van het totale productievolume, door werknemers en alle betrokken partijen bij bevragingen en onderhandelingen te betrekken. Zeeman werkt er nu aan om dit proces bij andere leveranciers ook verder uit te rollen. (Bron: Fair Wear Foundation).
Het siert Zeeman dat ze structurele verbeteringen willen gaan toepassen. Zo draagt het (financieel) bij aan het FFI in India. En produceert het net als tal van andere discount fashion ketens bij het fabrieken consortium van Soorty. Een groep state of the art fabrieken die inzet op grote volumes maar ook enorm werkt op duurzaamheid.