Jan ​‘N June

Het merk zelf is GOTS-gecer­ti­fi­ceerd (Glo­bal Orga­nic Tex­ti­le Standard). De uit­ein­de­lij­ke pro­duc­tie vindt plaats in part­ner­fa­brie­ken in Por­tu­gal en Polen. 

Niet alle part­ner­fa­brie­ken zijn ech­ter GOTS-gecer­ti­fi­ceerd en vol­le­di­ge adres­sen of namen wor­den niet bekend­ge­maakt. Er zijn geen regel­ma­ti­ge bezoe­ken aan exter­ne part­ners of een gedrags­co­de onder­te­kend. Het merk streeft ernaar dat de Pool­se part­ner­fa­brie­ken het GOTS-cer­ti­fi­ce­rings­pro­ces doorlopen.

JAN N’ JUNE gebruikt mate­ri­a­len die zijn voor­zien van ver­schil­len­de cer­ti­fi­ca­ten, zoals het GOTS-, het IVN Best- (inter­na­ti­o­naal tex­tiel­ver­band), het GRS- (Glo­bal Recy­cling Standard) en het OEKO-Tex stan­daard label. Dit garan­deert een eer­lij­ke en eco­lo­gi­sche pro­duc­tie­norm, waar­on­der geen rest­che­mi­ca­li­ën op kle­ding­stuk­ken of in de natuur. 

Het merk gebruikt bio­lo­gisch katoen, Eco­vero (Len­zing), Ten­cel Lyo­cell (Len­zing), gere­cy­cled poly­es­ter, ela­s­taan bio­lo­gisch lin­nen, gere­cy­cled poly­a­mi­de, gere­cy­cled katoen en Teno­wa om er een paar te noemen.

Het merk heeft net zijn eer­ste duur­zaam­heids­rap­port uit­ge­bracht met een gede­tail­leerd inzicht in de vezel­keu­ze en samen­stel­ling en zijn betrok­ken­heid bij circulariteit.

Het gebruik van Teno­wa is een van de vele cir­cu­lai­re bena­de­rin­gen die het merk nastreeft. Dit laat­ste is een samen­voe­ging van ​“tex­ti­le- no-was­te” en is een pro­ject van het Por­tu­ge­se bedrijf Rio­pe­le. De pro­du­cent gebruikt zijn eigen tex­tiel­af­val om 100% gere­cy­cled garen te maken. Daar­naast richt Rio­pe­le zich op een laag ener­gie- en water­ver­bruik. Het merk streeft naar het ver­min­de­ren van mate­ri­aal­meng­sels om het recy­cle­pro­ces te vergemakkelijken.

JAN N’ JUNE gebruikt hun rest­jes stof om scrunchies te maken of doneert deze aan scho­len voor upcy­cling­pro­jec­ten. Het merk heeft ook een prel­oved shop geïn­tro­du­ceerd om de levens­cy­cli van de pro­duc­ten te verlengen.

Wat betreft de ver­pak­king heeft JAN N’ JUNE geko­zen voor dozen van gere­cy­cled kar­ton die meer­de­re keren gebruikt kun­nen wor­den. Plas­tic ver­pak­kin­gen wor­den vol­le­dig vermeden.

De pro­duc­ten van het merk leg­gen lan­ge­re afstan­den af, hoe­wel de produc­tie in de EU plaats­vindt. Bron­nen van grond­stof­fen wor­den niet bekend­ge­maakt, even­min als de manier waar­op het trans­port plaatsvindt.

Het merk gebruikt alleen gere­cy­cled kasj­mier en wol en ver­mijdt nieu­we dier­lij­ke grondstoffen.

Het merk gebruikt hoog­waar­di­ge stof­fen en de zorg­vul­di­ge ver­vaar­di­ging van de stuk­ken zorgt voor een lan­ge levens­duur. Gede­tail­leer­de onder­houds­in­struc­ties bie­den opti­ma­le richtlijnen.

JAN N’ JUNE com­bi­neert ver­schil­len­de mate­ri­a­len met een focus op duur­zaam­heid. Alle Tier 1- en Tier 2‑producenten zijn te vin­den op hun web­si­te. Elk kle­ding­stuk heeft een Eco-ID, dat werkt door leng­te- en breedte­co­ör­di­na­ten te com­bi­ne­ren. Fer­ven­te onder­zoe­kers zoals wij bij COSH! kun­nen zien in wel­ke fabriek een kle­ding­stuk is gestikt. Trans­pa­ran­tie zou nog ver­der kun­nen gaan door de her­komst van de gebruik­te grond­stof­fen bekend te maken.