Lady vintage

Ser­gio, een voor­ma­li­ge chef-kok, start­te Lady Vin­ta­ge met een lening van £2000 van zijn oma. Het merk ope­reer­de aan­van­ke­lijk van­uit een markt­kraam en een logeer­ka­mer, maar breid­de zich al snel uit. Vic­to­ria, een klas­siek geschool­de pia­nis­te, bouw­de samen met Ser­gio het merk uit. Ze lan­ceer­den de web­si­te van het merk, en zagen al snel suc­ces: hun eer­ste col­lec­tie was al snel uit­ver­kocht en viel wereld­wijd in de smaak. 

Lady Vin­ta­ge heeft de pro­duc­tie naar Lon­den ver­plaatst om de kwa­li­teits­con­tro­le te ver­be­te­ren en de pro­duc­tie­tijd te ver­kor­ten, ter­wijl ze ook de loka­le pro­duc­tie onder­steunt. Deze ver­hui­zing zorg­de voor een flin­ke groei van het merk, Vic­to­ria besloot full­ti­me te wer­ken en zich dich­ter bij de fabriek te ves­ti­gen voor beter toe­zicht. Dank­zij deze nabij­heid heeft Lady Vin­ta­ge direct con­tact met de pro­duc­tie werk­ne­mers en zorgt het ervoor dat elke jurk van top­kwa­li­teit is.

Dank­zij de pro­duc­tie in het Ver­e­nigd Konink­rijk houdt het merk zich aan stren­ge Brit­se kwa­li­teits- en ethi­sche normen.

Op het hoofd­kan­toor van Lady V wor­den alle jurk- en prin­t­ont­wer­pen in-hou­se gecre­ëerd door Ser­gio en Vic­to­ria. De pro­duc­tie van deze ont­wer­pen vindt plaats in Lon­den, bei­de in het Ver­e­nigd Konink­rijk. Details over de her­komst van de mate­ri­a­len zijn ech­ter onbe­kend.

Het merk kiest voor­al voor mate­ri­aal­meng­sels: 97% con­ven­ti­o­neel katoen met 3% ela­s­taan, of 95% poly­es­ter met 5% ela­s­taan. Deze com­bi­na­tie van natuur­lij­ke en syn­the­ti­sche vezels zorgt voor uit­da­gin­gen op het vlak van recy­cling en afval­be­heer.

Boven­dien leidt de pro­duc­tie van katoen, ondanks dat het een natuur­lij­ke vezel is, tot aan­zien­lijk water- en pes­ti­ci­den­ge­bruik. Ela­s­taan, een syn­the­ti­sche vezel, draagt bij aan de ver­vui­ling door micro­plas­tics bij het was­sen.

Lady Vin­ta­ge deelt geen spe­ci­fie­ke infor­ma­tie over de gebruik­te che­mi­ca­li­ën in hun pro­duc­tie- en afwer­kings­pro­ces­sen, noch over hun ver­pak­kings­ma­te­ri­a­len en trans­port­me­tho­den. Dit gebrek aan trans­pa­ran­tie bemoei­lijkt het beoor­de­len van de mili­eu-impact van het merk, met name op het gebied van che­misch beheer, afval­re­duc­tie en de CO2-uit­stoot die gepaard gaat met de productieketen.

De duur­zaam­heids­stra­te­gie van Lady Vin­ta­ge sluit niet aan bij de prin­ci­pes van de cir­cu­lai­re eco­no­mie.

Door gemeng­de mate­ri­a­len te gebrui­ken, wordt het recy­clen en her­ge­brui­ken van hun jur­ken een uit­da­ging. Deze com­bi­na­ties zijn las­ti­ger te schei­den en opnieuw te verwerken.

Ook ont­breekt het bij Lady Vin­ta­ge aan een repa­ra­tie­ser­vi­ce. Hier­door is het niet moge­lijk de levens­duur van hun kle­ding­stuk­ken te ver­len­gen door mid­del van repa­ra­tie, een cru­ci­aal ele­ment bin­nen cir­cu­lai­re mode.

Het feit dat er geen gere­cy­cle­de mate­ri­a­len wor­den inge­zet voor nieu­we col­lec­ties wijst op een gemis­te kans om het ver­bruik van nieu­we grond­stof­fen terug te dringen.

Een posi­tief punt is hun out­let, die bij­draagt aan het ver­min­de­ren van afval door onver­koch­te voor­raad als­nog aan te bieden.

Het pro­duc­tie­pro­ces van Lady Vin­ta­ge is kort en effi­ci­ënt omdat het ont­werp­team, de fabriek en het hoofd­kan­toor dicht bij elkaar in het Ver­e­nigd Konink­rijk geves­tigd zijn. 

Het gebrek aan trans­pa­ran­tie van het merk met betrek­king tot de her­komst van het mate­ri­aal en de ver­zend­me­tho­den maakt het ech­ter moei­lijk om hun toe­le­ve­rings­ke­ten vol­le­dig te beoordelen.

Lady Vin­ta­ge maakt geen gebruik van dier­lij­ke mate­ri­a­len in hun pro­duc­ten, wat hen in prin­ci­pe een vega­nis­tisch merk maakt, ten­zij er dier­lij­ke pro­duc­ten in de gebruik­te che­mi­ca­li­ën zitten.

Ondanks Lady Vin­ta­ge’s claim dat ze slow fas­hi­on beli­cha­men met hun vin­ta­ge-geïn­spi­reer­de ont­wer­pen en unie­ke prints, wijst hun lage sco­re op het gebied van duur­zaam­heid een kloof tus­sen hun mar­ke­ting en de wer­ke­lij­ke prak­tij­ken. Het merk richt zich op tijd­lo­ze stijl en inclu­si­vi­teit in maten, maar dit staat niet nood­za­ke­lij­ker­wijs gelijk aan duur­za­me pro­duc­tie­me­tho­den of mate­ri­a­len. Boven­dien is het ver­strek­ken van alleen een basis was- en onder­houds­in­struc­ties een mini­ma­le inspan­ning om kle­ding lang mee te laten gaan. 

Dit staat niet vol­le­dig in lijn met de filo­so­fie van slow fas­hi­on, die nadruk legt op uit­ge­brei­de duur­zaam­heids- en ethi­sche prak­tij­ken in elke fase van het productieproces.

Het merk biedt eni­ge trans­pa­ran­tie over de pro­duc­tie­lo­ca­ties en ‑pro­ces­sen en de mate­ri­a­len. We zou­den ech­ter graag meer details zien over hun pro­duc­tie­part­ners en hun inspan­nin­gen in ver­band met het betrek­ken van mate­ri­a­len, trans­port, enz.